Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Belangrijkste bevindingen

Belangrijkste bevindingen

Belangrijkste bevindingen

Kenmerken sociaal-recreatieve mobiliteit

  • Het bezoek aan familie en vrienden, winkelen voor het plezier, buitenrecreatie, uitgaan en sporten zijn de belangrijkste bronnen van de in de vrije tijd afgelegde autoreizigerskilometers.
  • Op jaarbasis omvat de sociaal-recreatieve mobiliteit van Nederlanders binnen de eigen landsgrenzen bijna 10 miljard ritten en 85 miljard reizigerskilometers.
  • Ruim 40% van alle sociaal-recreatieve ritten gaat per auto. Een groot deel van deze ritten wordt evenwel afgelegd op de passagiersstoel of de achterbank. Gemiddeld over alle vrijetijdsritten komt de bezettingsgraad van auto’s per gereden kilometer uit op 1,82. Ter vergelijking: voor de totale mobiliteit bedraagt de gemiddelde bezettingsgraad per gereden kilometer 1,43.
  • De gemiddelde afstand van sociaal-recreatieve ritten bedraagt 9 kilometer. Van alle autoritten in de vrije tijd reikt 41% niet verder dan 5 kilometer, 63% gaat niet verder dan 10 kilometer.
  • Ruim een derde van alle sociaal-recreatieve autoritten vindt plaats in het weekend. Van de doordeweekse dagen is vrijdag de dag waarop mensen relatief vaak op pad gaan.

(Zie 'Kenmerken sociaal-recreatieve mobiliteit')


Soorten sociaal-recreatieve mobiliteit

  • Naar rato van de met de auto afgelegde afstanden is het bezoek aan familie en vrienden de belangrijkste bron van mobiliteit: jaarlijks is dit motief goed voor 26,7 miljard reizigerskilometers. De bezettingsgraad van de auto is hierbij relatief hoog: gemiddeld 1,81 passagiers per reizigerskilometer. Vooral huishoudens met kinderen, welgestelden en hogeropgeleiden overbruggen veel autokilometers om hun sociale contacten te onderhouden.
  • Winkelen voor het plezier genereert jaarlijks 7,2 miljard reizigerskilometers per auto. Vooral tweepersoonshuishoudens in de leeftijd van 50 jaar en ouder en gezinnen met jonge kinderen overbruggen veel kilometers om te gaan winkelen voor het plezier. De bezettingsgraad van de auto is hierbij relatief hoog: in 80% van de autoritten zitten twee of meer personen in de auto.
  • Wandelen en toertochten zijn jaarlijks goed voor 7,1 miljard reizigerskilometers per auto. Ook voor dit motief zijn het vooral de 50-plussers en de gezinnen met jonge kinderen die veel autokilometers maken. De bezettingsgraad van de auto is relatief hoog: in 82% van de autoverplaatsingen zitten twee of meer personen in de auto.
  • Om uit eten te gaan of een terras of bar te bezoeken worden jaarlijks 5,7 miljard reizigerskilometers per auto afgelegd. Vooral tweepersoonshuishoudens in de leeftijd van 50 jaar en ouder, gezinnen met jonge kinderen, welgestelden en hogeropgeleiden overbruggen veel kilometers om uit te gaan. De bezettingsgraad van de auto voor dit reismotief is relatief hoog: in 96% van de autoritten zitten twee of meer personen in de auto.
  • Om te sporten overbruggen Nederlanders jaarlijks 4,4 miljard reizigerskilometers per auto. Met name huishoudens ouder dan 50 jaar, gezinnen met jonge kinderen en mensen met een hoog opleidingsniveau overbruggen veel kilometers om te gaan sporten. Ruim een derde van dit type autoritten leggen zij alleen af. Hiernaast gaat het bij opvallend veel autoritten om groepen van zeven personen of meer (bijna een vijfde van alle autoritten om te sporten).

(Zie 'Soorten sociaal-recreatieve mobiliteit')


Aangrijpingspunten voor beleid

  • De sociaal-recreatieve mobiliteit kan voor een belangrijk deel duurzamer worden met behulp van beleidsopties die gelden voor de automobiliteit in het algemeen. Denk aan de aanschaf van zuiniger banden, de overstap naar de elektrische fiets, eco-routing (juiste navigatiesystemen), enzovoort.
  • Beleidsopties die specifiek zijn gericht op de sociaal-recreatieve mobiliteit, bieden naar verwachting een beperkte bijdrage aan de verduurzaming. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het bieden van reisinformatie aan mensen die een verandering in de levenssituatie doormaken (nieuwe werkplek, nieuwe woning), om ruimtelijkeordeningsbeleid of om prijsbeleid.
  • Beleidsopties die zich richten op bepaalde doelgroepen voor de sociaal-recreatieve mobiliteit, hebben naar verwachting weinig additionele toegevoegde waarde. Een verduurzaming van de sociaal-recreatieve mobiliteit voor de doelgroep gezinnen met kinderen zou zich moeten richten op het zuiniger rijden. Voor de doelgroep tweepersoonshuishoudens zonder kinderen, in de leeftijd van 50 tot 65 jaar, bieden het zuiniger rijden en de overstap naar de e-bike wellicht potentie.

(Zie 'Aangrijpingspunten voor beleid')


Samenvattende tabel

Gebruikte afkortingen