Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Kenmerken sociaal-recreatieve mobiliteit

Een derde van de sociaal-recreatieve ritten in het weekend

Een derde van de sociaal-recreatieve ritten in het weekend

Een derde van de sociaal-recreatieve ritten in het weekend

Verdeling van sociaal-recreatieve verplaatsingen en alle verplaatsingen over de dagen van de week, 2010/2013.
Bron: CBS (OViN ’10-’13)


  • Ruim een derde van alle sociaal-recreatieve ritten vindt plaats in het weekend. Van de doordeweekse dagen is het relatief vaak de vrijdag waarop Nederlanders op pad gaan, vooral voor winkelen en sociale contacten. Voor de sportgerelateerde ritten geldt dat de woensdag de meest populaire doordeweekse dag is. Op maandag tot en met donderdag wordt minder dan de helft van alle ritten afgelegd met een sociaal-recreatief motief. Op vrijdag is dit meer dan de helft. In het weekend omvat het sociaal-recreatieve motief ruim 80% van alle ritten.
  • Omdat het bij een groot deel van de sociaal-recreatieve mobiliteit gaat om ritten met een beperkte reikwijdte, is het aandeel op het hoofdwegennet tijdens de doordeweekse piekuren vermoedelijk beperkt. Eerder bleek al op basis van tellingen van Rijkswaterstaat dat het aandeel van het vrijetijdsverkeer op het hoofdwegennet tijdens de ochtendspits 3 tot 4% bedraagt en tijdens de avondspits 5 tot 8% (RWS/SCP, 2006).

Verdeling van totale mobiliteit (boven) en sociaal-recreatieve mobiliteit over de uren en dagen van de week, met onderscheid naar totaal aantal ritten (blauw) en autoritten (rood), 2010/2013. Bron: CBS (OViN ’10-’13)


Gebruikte afkortingen